'Ik houd van de dynamiek van de stad Utrecht'
Acht vragen aan Wim ten Brink, auteur van de gids Utrecht Fietsstad
Wim ten Brinke beschrijft en fotografeert fiets- en wandelroutes op www.wimtenbrinke.nl. Ook werkt(e) hij voor wandelkrant Te Voet, de ANWB en Staatsbosbeheer. Daarnaast was hij auteur en eindredacteur van De Geo, een aardrijkskundemethode voor het voortgezet onderwijs.
Wat heb je met de stad Utrecht?
Wat ik zo boeiend aan Utrecht vind, is de dynamiek die in de stad is gevaren. Utrecht groeit en bloeit, neem het centrum met al die moderne, mooie ontwikkelingen rond het station; TivoliVredenburg vind ik een fantastische plek, door al die soorten muziek die je daar kunt beleven komen mensen uit alle subcultuurtjes samen. Hopelijk mag het gauw weer helemaal open. Ook buiten het centrum is zoveel dynamiek te zien: Leidsche Rijn, De Uithof, Rotsoord het Werkspoorkwartier en binnenkort woonwijk Merwede.
Je hebt 25 jaar geleden een gids over Utrecht geschreven. Wat zijn de opvallendste verschillen tussen toen en nu?
Dat was een reisgids en die zoomde vooral in op de historische bezienswaardigheden van de binnenstad, maar er is nu zoveel meer te vertellen. Pleinen zoals de Neude en Vredenburg zijn aantrekkelijker geworden, Hoog Catharijne en het stationsgebied met hun facelift en natuurlijk de omsingeling die over een paar maanden klaar is. Maar het grote verschil is dat ik nu inzoom op de randen van de stad.
Wat maakt de 'randen' van Utrecht zo aantrekkelijk?
De verrassing van het vele groen; vaak denk je, he, is dit zo vlakbij de stad? Neem Laagraven, zo’n enclave ingesloten door kanalen en snelwegen en dan fiets je daar ineens langs een perenboomgaard, grazen er koeien in de wei en kijkt een nijlgans je na. Of het Noorderpark met z’n forten en weiden, zo naast de stad en zo buiten. En zo zijn er nog veel meer speciale plekjes, weinig bezocht, en hartstikke mooi, ja, ik noem ze niet voor niets de sterren van de stadsrand.
Zijn die sterren van de stadsrand vooral parken?
Het Maximapark in Leidsche Rijn, Landgoed Oostbroek, de Botanische Tuinen, dat zijn echte groene sterren, maar soms is het ook een combi van natuur en cultuur, zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. En er zijn enkele musea die echt de moeite waard zijn, zoals het perfect bewaarde Romeinse schip in Castellum Hoge Woerd, en natuurlijk de bijzondere gebouwen in het Utrecht Science Park. Weet je, aan de stadsrand is zoveel te beleven; met elke route kun je je gemakkelijk een dagje vermaken, zeker als je onderweg de tijd neemt voor een picknick of een bezoek aan een terras.
'Met deze fietsgids kun je op vakantie in de stad Utrecht! Ideaal in deze tijden van reisbeperkende maatregelen.'
Heb je als je gaat fietsen een voorkeursrondje?
Moeilijke vraag. Kijk, die eerste route geeft een mooi beeld van de dynamiek van Utrecht, hoe niet alleen het centrum verandert, maar ook aangrenzende gebieden als Merwede en Werkspoorkwartier, terwijl de Leidsche Rijn-route je op een verrassend groene tocht laat zien hoe mooi je woningbouw kunt vervlechten met nieuwe parken en oude dijkweggetjes. En wil ik een confrontatie tussen stad en rand, dan neem ik de route die vanuit de historische binnenstad via het gehuchtje Blauwkapel naar landgoed Oostbroek en kom vervolgens in het architectuurmekka Utrecht Science Park.
Op welk terras strijk je graag neer?
Een van de mooiste vind ik Op Roose in Kanaleneiland aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Vanaf je stoeltje trekken de boten onophoudelijk voorbij. Een andere favoriet is het Werkspoorcafé, daar kun je naast de Werkspoorkathedraal de biertjes van de Utrechtse brouwerij De Leckere proeven. Ook geweldig is het terras in Castellum Hoge Woerd. Maar ik beschrijf in de gids ook picknickplekken, een van de mooiste vind je aan de Kromme Rijn.
Heb je plannen voor andere fietsgidsen?
Als de grenzen weer opengaan wil ik graag een fietsgids over het Ruhrgebied maken. Je kunt er fantastisch fietsen over voormalige mijnspoorwegen langs monumenten van de industrie- en mijnbouwcultuur.
Maakt Utrecht het predicaat Fietsstad van Nederland waar?
Als je kijkt naar het aantal kilometers dat ik gebruik maak van vrijliggende fietspaden en fietsstraten, is het antwoord ‘ja’. Er is ook nog wel het een en ander te doen, op sommige plekken (de Vredenburgknoop!) is het te druk, maar met een fietsvriendelijk stadsbestuur wordt er voortdurend gezocht om knelpunten op te lossen. Mijn ervaring met het maken van deze gids is dat je vrijwel overal veilig en kalm kunt fietsen, zeker als je de stadsranden opzoekt.